skip to Main Content

Door: Hans Roovers

 

Eerste kennismaking
Een lang gekoesterde wens gaat in vervulling. Voor het eerst maak ik, samen met vier vrienden, een reis buiten de westerse wereld. Om drie uur ’s nachts landt de moderne Airbus van Sri Lankan Airlines op de enige internationale luchthaven van Sri Lanka in Colombo. Het is begin februari, in Nederland vriest het, maar al op de vliegtuigtrap breekt het zweet me aan alle kanten uit. Het is warm, maar het is vooral de hoge luchtvochtigheid die als een deken om me heen valt.

Een uur later stappen we buiten het luchthavengebouw in een twee jaar oude 9-persoons Nissan-bus, met Neville achter het stuur, die drie weken lang ons zal rondtouren op het eiland. Het verkeer lijkt een puinhoop. Ondanks het vroege uur is de weg van het vliegveld naar Colombo overvol. De weg moet worden gedeeld met voetgangers (waarvan enkele met olifant), fietsers, handkarren, ijzeren honden, tuctuc’s (driewielige bromfietstaxi’s), vrachtwagens, bussen en personenauto’s. Iedereen haalt iedereen in, waarbij druk gebruik gemaakt wordt van lichtsignalen en uiteraard de claxon. Tweemaal stuiten we op een “roadblock”. Stoppen, motor af, binnenverlichting aan. Soldaten met machinegeweren en in gevechtspak kijken naar binnen, terwijl onze chauffeur zijn papieren laat controleren. Even voor zessen stappen we in bed in het luxe hotel in Colombo. Nog drie weken…?

Zoals zo vaak ziet na een dag alles er weer anders uit. De warmte went snel, de snelheidsverschillen maken inhalen onvermijdelijk en al die signalen zijn alleen maar bedoeld om anderen te waarschuwen. De wegblokkades zijn bedoeld om ieders veiligheid te verhogen in een land waar een minderheid (de Tamil-Tijgers) strijdt voor zelfbestuur.

Geschiedenis
Sri Lanka, tot 1972 bekend onder de naam Ceylon, kent een lange geschiedenis, met uiteraard een sterke invloed vanuit India. De Veddahs, die minder dan 1% van de bevolking uitmaken, zijn mogelijk afstammelingen van een eilandvolk uit het stenen tijdperk. Circa 500 v. Ch. arriveerden de eerste Singalezen rechtstreeks vanuit Noord-India op Sri Lanka. Zij stichtten de eerste hoofdstad, Anuradhapura. Al snel waren deze boeddhisten genoodzaakt hun land te verdedigen tegen indringers vanuit Zuid-India, waar het hindoeïsme meer en meer aan invloed won. Nadat Anuradhapura in 1029 grotendeels was verwoest werd om strategische redenen een nieuwe hoofdstad gesticht in Polonnaruwa. Doordat de landbouw in dit meer noordelijke deel afhankelijk was van irrigatie en de reservoirs keer op keer werden verwoest trokken steeds meer bewoners naar het zuidwesten. Na zo’n 400 jaar stuurloosheid werd de laatste hoofdstad van het koninkrijk Sri Lanka gesticht in Kandy. Ondertussen werd er omstreeks de 13de eeuw een Tamil-koninkrijk gesticht in het noorden met als hoofdstad Jaffna op het gelijknamige schiereiland.

Nadat in 1505 het eerste Portugese schip was aangekomen en de hebzucht van deze Europeanen was gewekt, werd het land vanaf 1597 als kolonie bestuurd door Portugal. Het is ze echter nooit gelukt het binnenland, met name het grondgebied rond Kandy, in handen te krijgen en de Nederlandse VOC maakte handig gebruik van deze situatie door juist afspraken te maken met de koning in Kandy. Na succesvolle aanvallen op de belangrijkste Portugese havens was een eeuw later het gehele eiland in handen van de VOC. Vanaf 1796 begon de invloed van de Nederlanders te tanen en begonnen de Engelsen de belangrijkste havensteden te veroveren. Negentien jaar later namen de Engelsen de laatste koning gevangen en beheersten daarmee het hele eiland.

Terwijl de Portugezen eigenlijk nog grotendeels handel hadden gedreven met de lokale bevolking (met name kaneel) waren de Nederlanders begonnen met het aanleggen van plantages om zodoende juist datgene te produceren waar in Europa de grootste vraag naar was: koffie. De Engelsen maakten van Ceylon een modelland met diverse soorten plantages, maar hoofdzakelijk thee. Om deze plantages te bewerken importeerden zij in groten getale de Tamils uit Zuid-India omdat die aanmerkelijk werkwilliger waren dan de Singalezen. Een bovengemiddelde infrastructuur en onderwijssysteem zorgden voor een meer dan gemiddelde graad van alfabetisering en zelfbewustzijn van de bevolking.

Tamil Tijgers

Op 4 februari 1948 werd Sri Lanka onafhankelijk. Nadien is het Engels als officiële taal vervangen door het Sinhala (de taal van de Singalezen), hetgeen natuurlijk op bezwaren stuitte bij de Tamil-bevolking, wat weer tot gevolg had dat ook het Tamil een officiële taal werd. Om praktische redenen is nadien het Engels weer de taal op ‘hoger niveau’ geworden, terwijl nog maar 10% van de bevolking Engels spreekt. Onder diverse regeringen heeft het land wisselend een socialistische koers gevaren, danwel het kapitalisme omarmd. Vanaf 1983 strijden de Liberation Tigers of Tamil Eelam voor een eigen grondgebied voor de Tamil bevolking in het noorden van Sri Lanka. Het conflict heeft al aan 68.000 Srilankanen het leven gekost. In 2002 hebben de beide partijen – de overheid en de Tamil-Tijgers – een vredesakkoord getekend. Ondanks het vredesproces blijft de relatie tussen de twee partijen wankel en onzeker. Onlangs nog zijn er gevechten geweest tussen het regeringsleger en de Tamil-Tijgers.

In 2001 leek alles fout te gaan in Sri Lanka. Regens bleven uit, in het zuidoosten mislukten de oogsten waardoor er een hongersnood ontstond, stuwmeren raakten leeg, waardoor elektriciteit niet altijd geleverd werd. Geplande verkiezingen werden enkele malen uitgesteld, De Tamil-Tijgers voerden een aanval uit op de nationale luchthaven, waardoor de halve luchtvloot werd vernietigd. Tot overmaat van ramp gaven de Westerse regeringen negatieve reisadviezen af. Maar mede door inspanningen van Noorwegen werd het tij gekeerd. Vanaf begin 2002 wordt een wapenstilstand gerespecteerd, de vrede lijkt te zijn ‘uitgebroken’. Vele wapens zijn ingeleverd, honderdduizenden mijnen zijn reeds geruimd. Wegen naar en in het Noorden zijn opengesteld en busverbindingen zijn weer in gebruik genomen. Verder heeft het toen uitbundig geregend, er is geen hongersnood meer en de rantsoenering van stroom is gestadig afgebouwd. Voor het eerst in acht jaar is er weer 24 uur per dag stroom in Sri Lanka.

Tsunami

Maar toen sloeg het noodlot toe: op 26 december 2004 werden verschillende landen aan de Indische Oceaan, waaronder Sri Lanka, getroffen door een tsunami als gevolg van een zeer zware zeebeving. Alleen al in Sri Lanka kwamen er ruim 38.000 mensen om het leven door deze zeebeving. De tsunami vernietigde tweederde van de kustlijn en meer dan een miljoen Srilankanen raakten ontheemd. In totaal zijn er meer dan 290.000 doden gevallen, de meerderheid daarvan in Indonesië. Ook landen als India en Thailand zijn zwaar getroffen. Vooral in Thailand kwamen er veel toeristen om.

Uit toeristisch oogpunt werden vooral Thailand, de Malediven en Sri Lanka getroffen. Toerisme was hier de motor voor economische groei, maar door de tsunami daalde het aantal toeristen met 40% in het eerste kwartaal na de ramp. Het zijn natuurlijk voornamelijk de lokale ondernemers die het hardst getroffen zijn. De luxe ketenhotels zijn in handen van buitenlandse investeerders, die in no time de faciliteiten weer kunnen opbouwen. De lokale eigenaren van restaurants en guesthouses hebben minder geluk: ze zijn niet verzekerd en hebben geen geld om hun bedrijf weer op te bouwen. Juist deze ondernemers dragen bij aan de groei van de lokale economie, veel meer dan de grote hotelketens, waarvan het geld vaak wegvloeit naar westerse landen. Daarom zou de hulp gericht moeten zijn op deze lokale ondernemers.

De praktijk laat wat anders zien. Om plaats te maken voor grootschalige toeristische ontwikkelingen, zijn lokale gemeenschappen genoodzaakt om naar het binnenland te verhuizen. Er is duidelijk een conflict gaande tussen de getroffen lokale bevolking en de overheid en het bedrijfsleven, die het toerisme als prioriteit zien, niet de behoeften van de lokale bevolking. Er wordt veel geld gepompt in het toerisme, terwijl duizenden mensen nog steeds geen nieuw huis hebben. Ook mogen ze hun huizen aan de kust niet opnieuw opbouwen, omdat de “coastal buffer zone” voorbehouden is voor het toerisme en niet voor de lokale bevolking.

Thailand herbouwde de toeristische faciliteiten in een recordtempo, maar de toeristen bleven weg. Dat betekende een dubbele strop voor de bevolking van Phuket, waarvan 80% afhankelijk is van het toerisme.

Ook Sri Lanka had te kampen met teruglopende bezoekersaantallen net na de tsunami, maar een half jaar later komen er zelfs meer toeristen naar het eiland dan het jaar ervoor. De Sri Lanka Tourist Board lanceerde begin 2005 de “Bounce Back Sri Lanka” promotiecampagne, waarbij ruim 350 afgevaardigden van de toerisme industrie en de pers waren uitgenodigd om Sri Lanka te bezoeken. De Sri Lankaanse overheid gaf het toerisme voorrang bij de wederopbouw van het land. Boeren en vissers kwamen hiertegen in opstand, gezien het betekende dat zij moesten wijken van de kuststreek ten gunste van het toerisme. Dit druist volledig in tegen de principes van duurzaam toerisme, waarbij toerisme niet ten koste gaat van de lokale bevolking, maar er juist samenspraak is.

Door de noodzakelijke wederopbouw na de tsunami, zijn er kansen te over om het toerisme op een duurzame manier te ontwikkelen, met respect voor de natuur en het milieu en betrokkenheid van de lokale bevolking. Ze krijgen als het ware een tweede kans om het toerisme op te bouwen, waarbij de natuur geen schade wordt aangedaan en de lokale bevolking geld verdient aan het toerisme, om zo in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Ze worden hierbij geholpen door internationale hulporganisaties, zoals USAID en SNV.

Mengelmoes van culturen

Er zijn grote cultuurverschillen in Sri Lanka. De Singalezen vormen de meerderheid van de bevolking. Naar Veddahs moet men nadrukkelijk op zoek, maar dat is eigenlijk niet aan te raden. Zij leiden een geïsoleerd leven van vissen en jagen. Naar eigen zeggen bemoeien zij zich niet met geld. Het is de regering echter ter ore gekomen dat zij wel degelijk geld aannemen van toeristen, waardoor weer een discussie is ontstaan met het doel deze mensen belasting te laten betalen; iets waar zij tot nu toe van vrijgesteld zijn. Dit is weer een goed voorbeeld dat toerisme wel degelijk grote invloed heeft op de manier van leven van de lokale bevolking.

De Moors zijn moslims, hoofdzakelijk handelaren, van Arabische afkomst. Zij maken zo’n 8% van de bevolking uit en spreken Sinhala of Tamil en meestal ook Engels. Van de Tamils, die ongeveer 15% van de bevolking uitmaken, leeft verreweg het grootste deel in het niet-toegankelijke noorden. Zij zijn vrijwel allemaal hindoe. Acht procent van de bevolking noemt zich christen (inclusief de burghers, afstammelingen van de Europeanen, die ongeveer 1% van de bevolking uitmaken). Driekwart van de bevolking is Singalees en zij zijn in hoofdzaak boeddhisten.

Vrijwel alle christelijke feestdagen worden gevierd, zoals Pasen en Kerstmis. Daarnaast zijn er drie islamitische feestdagen, drie hindoeïstische en elke volle maan is Poya-day, waarop vrijwel alle winkels gesloten zijn en het gebruik van alcohol taboe is. Daarentegen zegt onze weekkalender niet veel en is zondag voor de meeste mensen een gewone werkdag.

Toerisme
Het toerisme in Sri Lanka speelt zich voornamelijk in het zuiden en westen van het eiland af. Door de burgeroorlog die zich in het noorden en oosten van het eiland afspeelde, blijft dit gebied moeilijk begaanbaar voor toeristen. Het conflict tussen de regering en de Tamil-Tijgers lijkt oneindig en daardoor blijft het noorden en oosten van het land moeilijk begaanbaar en kan het er onveilig zijn. Laat je hierdoor niet afschrikken: Het zuiden en westen van het eiland heeft voldoende te bieden voor een mooie vakantie vol natuur en cultuur.

Zon, zee en strand maken Sri Lanka een ideale plek voor een strandvakantie. Veel toeristen boeken een pakketreis naar Sri Lanka en verblijven in één van de velen all-inclusive resorts aan de kust. Maar voor diegene die verder wil kijken, zijn er volop mogelijkheden om er op uit te trekken en het eiland te verkennen.

De compactheid van het eiland, tezamen met de relatief goede infrastructuur, leent zich bij uitstek voor excursies van één of meerdere dagen. De oude hoofdsteden alsmede de nationale parken zijn zeker de moeite waard, al moet gezegd worden dat de kans om grote wilde dieren te zien klein is in vergelijking met bestemmingen in Afrika. Afgezien van olifanten moet men het in Sri Lanka doen met talloze vogels, reptielen en apen, hoewel er zeker ook roofdieren leven. Er zijn mensen die beweren dat er nog tijgers in het wild voorkomen.

Wie meer van Sri Lanka wil zien, boekt een rondreis, met een groep of individueel. Deze rondreis is vanuit Nederland te boeken, maar natuurlijk ook ter plaatse. Vaak is alles inbegrepen: de vlucht, vervoer met chauffeur, luxe accommodaties, maaltijden en excursies. Dergelijke rondreizen laten echter maar zeer beperkt ruimte voor eigen invulling, en men leert zo een land kennen dat door de toeristische industrie gecreëerd is. De toeristen komen alleen in aanraking met de lokale bevolking door bijvoorbeeld een optreden van een dansgroep in het hotel: echt kennismaken met de bevolking is er hierdoor niet bij.

Het laatste is hoe dan ook een onderneming door een taalbarrière. Onverwacht weinig mensen spreken Engels, en Sinhala is ook niet zomaar even geleerd. De taal is een mengeling van Engels, Portugees, Nederlands en Indisch, maar het schrift is net zo mooi als dat het moeilijk is: 46 tekens voor evenzoveel klanken plus toevoegsels om die klanken te veranderen.

Onderweg van de ene naar de andere bestemming wordt regelmatig halt gehouden bij werkplaatsen en dergelijke, waar rondleidingen worden gegeven en waar uiteraard de mogelijkheid wordt geboden het geproduceerde aan te schaffen. Het is allemaal spotgoedkoop, een extra koffer voor de souvenirs is geen overbodige luxe. Lage prijzen zijn echter schijn, speciaal voor u zijn ze reeds verdubbeld of vertienvoudigd. Twee euro voor een bezoek aan een dierentuin is voor ons heel goedkoop, maar de lokale bevolking betaalt nog veel minder: een paar cent. Dit mechanisme van prijsdiscriminatie komt op heel veel bestemmingen voor. Het is goed dat dit mechanisme bestaat, gezien de lokale bevolking zoveel minder verdient dan wij in het westen verdienen. En zo blijven natuurgebieden en cultureel-historisch erfgoed toegankelijk voor de bewoners van het gebied. In de dierentuin komt het bedrag dat wij meer betalen grotendeels ten goede aan de dieren.

Naast de strandganger is er dus ook voor de ware avonturier een hoop te beleven in Sri Lanka. Als je het echte Sri Lanka wilt beleven, boek je een vlucht met één nacht hotel. Al zult u ’s avonds niet altijd zijn, waar u ’s morgens naartoe wilde, u hebt gegarandeerd elke keer de dag van uw leven beleefd.

Openbaar vervoer is geen enkel probleem. Waar de trein beschikbaar is, is deze zeker aan te raden. De prijzen zijn zo laag, dat ze niet eens vermeldenswaard zijn. De sporen liggen weliswaar niet zo strak als wij in Europa gewend zijn, maar voldoende veilig en het Russische materieel is best comfortabel. Logisch dat je geen afval uit de trein moet gooien: temeer dat huizen vaak vlak naast het spoor staan en de was toch ergens moet drogen. Nog goedkoper zijn de bussen. Er zijn lijndiensten van het staatsbedrijf naast de iets comfortabelere busjes van privé-ondernemingen, maar voor beide geldt: vol is rijden, en dat dan zo hard mogelijk. Voor de kortere afstanden zijn altijd tuctuc’s beschikbaar. Er kunnen maximaal drie volwassenen in mee, maar dan is er geen plaats meer voor bagage. Net als bij de taxi’s is het wel verstandig om vooraf een prijs voor de rit af te spreken: anders wordt er achteraf veel te veel gevraagd.

Wie toch liever iets meer zekerheid heeft, huurt een auto met chauffeur. Het is net zo duur als zelf rijden en zo heb je in alle gevallen iemand die de weg kent, de gebruiken kent, vrijblijvend in veel gevallen raad geeft en indien nodig vertaalt. Ook heel belangrijk is dat de chauffeur vaak heel veel kan vertellen over het land, de bevolking en de te bezoeken excursies. Zo heb je een gids en chauffeur in één. Een auto met chauffeur kan voor meerdere dagen gehuurd worden. Uiteraard ben je dan wel verantwoordelijk voor zijn maaltijden en onderdak. Soms is dit al in de prijs inbegrepen.

Olifanten
De levensverwachting in Sri Lanka ligt relatief hoog, de kindersterfte relatief laag. Anders dan in de westerse wereld blijft de gezinsgrootte in Sri Lanka hoog, met als gevolg dat de bevolking sterk groeit. Als de Sri-Lankanen geen sterke band hadden gehad met olifanten, had er momenteel waarschijnlijk geen olifant meer in het wild geleefd op het eiland. Maar gelukkig is de relatie met de olifanten heel sterk en zetten de Sri-Lankanen zich in om hun leefgebied te beschermen. Weliswaar wordt hun leefgebied sterk bedreigd door de oprukkende urbanisatie. Enkele gebieden zijn gereserveerd als nationaal park waarin al het wild wordt beschermd, maar wilde olifanten kan men vrijwel overal op het eiland tegenkomen, uiteraard met uitzondering van de steden. In het donker doen zij zich tegoed aan de bomen vlak langs de wegen.

Een olifantenbegeleider (een mahout) met zijn olifant op de weg is geen zeldzame verschijning op Sri Lanka: die zijn onderweg naar een klus op het land of in een bos. Olifanten houden van water: een mahout die met een halve kokosnoot zijn olifant staat te schrobben in een rivier of kanaal is al na een paar dagen niet echt opmerkelijk meer om te zien. Dezelfde olifanten worden ingezet voor toeristische tochten door de jungle.

In Pinawela worden olifanten opgevangen die verwond of verweesd zijn door een ongeluk. Deze olifanten kunnen nooit meer terug naar het wild, zouden economisch gezien afgemaakt moeten worden. Een bezoek aan Pinawela is echter niet vergelijkbaar aan een bezoek aan olifanten in een dierentuin in Europa. Dit is echt een opvangtehuis voor olifanten waar het toerisme zorgt voor de inkomsten. Het is erg bijzonder om de olifanten te zien genieten van hun dagelijkse bad in de rivier.

Het is verleidelijk te denken dat in een land waar olifanten en mensen zo dicht bij elkaar leven, olifanten gewend zullen zijn aan mensen. Echter, in conflictsituaties hebben olifanten tot nog toe meestal het onderspit gedolven en naar bekend vergeten ze niet snel. Benader daarom nooit zomaar een olifant, alleen op uitnodiging van zijn begeleider. Is er geen begeleider, dan betreft het naar alle waarschijnlijkheid een wilde olifant en is het verstandig je langzaam maar zeker uit de voeten te maken.

Do’s and dont’s
Oudedagsvoorzieningen zijn zo goed als niet aanwezig in Sri Lanka. Ouderen en minder validen wonen in bij familie en als er behoefte is de financiële situatie wat bij te spijkeren, is er voor deze mensen weinig keus. Erg openlijk wordt er in Sri Lanka niet gebedeld. De lokale bevolking geeft deze mensen af en toe een paar munten. Daarentegen wekt het geld geven aan kinderen afkeuring op – en terecht. Een kind dat in een paar uur honderd roepies bij elkaar bedelt, heeft misschien meer verdiend dan zijn vader, met alle negatieve gevolgen van dien. School wordt dan gemakkelijk ingeruild voor een leven op straat. Een kind dat voor een foto poseert of een andere kleine dienst verricht, kan beter beloond worden met iets bruikbaars voor school.

Al snel valt op dat mensen in Sri Lanka op zeer zachte toon met elkaar spreken. Wie zijn stem verheft, verliest zijn gezicht. Wie op harde toon iemand ter verantwoording roept, hoeft er dan ook niet op te rekenen zijn gelijk te krijgen. Beter is het, in voorkomende gevallen, degene met wie men een verschil van mening heeft even apart te vragen.

Aan het zwembad bij het hotel of aan het (privé) strand kunt u zich zo schaars kleden als u wilt, maar naakt of topless zonnen worden niet toegestaan. Op straat wordt correcte kleding gewaardeerd. In boeddhistische tempels zijn ontblote benen en bovenarmen, evenals schoenen en hoofddeksels, verboden.

Regelmatig ziet men in Sri Lanka mensen de was doen in open water. Omdat waterleidingen zeldzaam zijn, wassen ook veel mensen zichzelf in de rivieren. Hoewel men vrijwel geheel gekleed blijft, is dit een intieme aangelegenheid. Vandaar dat iedereen onder water gaat wanneer u passeert. Probeer niet te kijken en maak zeker geen foto’s.

Sri Lanka als bestemming
Voor een luie strandvakantie kan Sri Lanka een ideale bestemming zijn en vanwege de buitenlandse valuta wordt dit toerisme door de regering zelfs toegejuicht. In en bij de toeristenhotels wordt er ’s avonds enig vertier geboden, maar verder stelt het avond- en nachtleven in Sri Lanka weinig voor. Alleen in Colombo zijn enkele casino’s.

Sri Lankanen mogen Europeanen over het algemeen graag. Zij voelen zich prettig bij onze openheid. Zij zijn zich er echter zeer wel van bewust dat onze portemonnee een stuk dikker is dan die van hen. Wat common sense behoedt u voor teleurstellingen, al zult u in gezelschap van locals wel de meeste rekeningen voldoen.

Wie het toeristenhotel verlaat, wordt al snel aangesproken door iemand die zich als gids aanbiedt, soms zelfs beweert bij het hotel te horen. Zo’n gids begeleidt u van winkel naar winkel en hij verwacht naast een fooi van u, ook de commissie van de winkeliers, die om die reden ook niet blij zijn met dit systeem. Ga er niet op in. Hooguit kan een uitzondering gemaakt worden voor oudere vrouwen die u uitnodigen winkels van hun kinderen te bezoeken. In tegenstelling tot een gids gaat zo’n ‘moeder’ doorgaans niet mee naar binnen. Mocht u nog twijfels hebben, dan kunt u gewoon navraag doen bij de winkelier.

Langs de straat, maar ook in winkels, staan prijzen zelden vast, tenzij duidelijk aangekondigd. Het is dus de bedoeling om te onderhandelen over de prijs. Leuke bijkomstigheid: het is vaak een aanleiding voor een gesprek. Niet willen onderhandelen kan zelfs gezien worden als denigrerend.

Gidsen kun je vrijwel overal aantreffen waar veel toeristen komen, bijvoorbeeld aan het begin van wandelpaden. Wie niet van hen gediend is, wijst ze vriendelijk maar resoluut af. Als enkele malen “no” niet het gewenste resultaat oplevert, probeer het dan eens met “èpa” (Sinhala voor: ik wil niet). Bedenk, dat het hoofd heen en weer bewegen een bevestiging is.

Accommodatie is er in Sri Lanka in alle soorten. Er zijn luxehotels en bungalowcomplexen die vooral de sfeer uit de koloniale tijd uitademen, maar er zijn ook meer hedendaagse gelegenheden. In het binnenland is de keuze beperkter en dat betekent: goed plannen of genoegen nemen met wat geboden wordt. Het woord “hotel” op een uithangbord betekent overigens meestal niets meer dan dat er in de betreffende nering iets gegeten kan worden. Sri Lanka is hier niet de enige in: in veel andere Aziatische landen, alsmede in Afrika, wordt het woord “hotel” gebruikt om een eetgelegenheid aan te duiden.

De Sri Lankaanse keuken wordt aangeduid als een heerlijke keuken met heel veel peppers. Vleescurry, viscurry, kipcurry: voor wie van gekruid eten houdt, is Sri Lanka een paradijs.

Laatste impressie
Het land heeft de vorm van een juweel, en dat is het ook – zeker voor wie de tijd neemt om het binnenland te bekijken. Natuur, oude cultuur en prachtige vergezichten onder een warme zon. Zelfs de lucht lijkt mee te willen werken aan de mooiste contrasten. In de verte, boven zee, hangen soms dreigende zwarte wolken, met af en toe een bliksemflits. ’s Avonds nemen die wolken ook bezit van het eiland en verzekeren dat alles de volgende morgen weer fris en groen is.

Sri Lanka is naar onze maatstaven geen rijk land, maar wie verder kijkt ziet dat het juist een heel rijk land is: rijk in kleur, in groen en cultuur. Wie het gezang heeft gehoord van kinderen in een trein, of de muziek uit een bus in een file, die weet dat deze mensen een relatief prettig leven leiden.

Het is te hopen dat de huidige vrede bestendig zal zijn. Dan zal in de toekomst weer het gehele eiland te bezoeken zijn. Maar nog belangrijker is, dat er dan aan beide zijden geen slachtoffers meer hoeven te vallen en het land zijn uitgaven aan defensie kan beperken. De economie staat namelijk niet stil in Sri Lanka, maar tot voor kort kon alleen de bevolkingsgroei maar ternauwernood worden bijgehouden.

Back To Top