skip to Main Content

Door: Judith Voermans

Eerste kennismaking
Wie eind jaren tachtig Tanzania bezocht, kent het land vandaag de dag niet meer terug. De hoofdstad Dar es Salaam is – na de val van de Sovjet Unie – van een slaperig, autoluw socialistisch dorp verworden tot een hectische grote stad vol verkeersopstoppingen.

Je kunt bijna geen beter voorbeeld bedenken dat laat zien hoe snel politieke en economische omwentelingen kunnen gaan. Niets blijft voor eeuwig. In februari 2001 illustreert Tanzania dat opnieuw. Dit Afrikaanse land dat decennia lang het imago droeg van politieke rust en binnenlandse harmonie, is sinds februari het toneel van onlusten rond vermeende fraude met de verkiezingen van 29 november 2000. Op de eilanden Zanzibar en Pemba zijn dit jaar inmiddels 300 burgers omgekomen in het geweld; ongeveer de helft daarvan doordat politie-helikopters boten met vluchtelingen vanuit de lucht beschoten en tot zinken brachten.

Geschiedenis
Tanzania is een kunstmatige landsnaam. Het is een samenstelling van Tanganyika enZanzibar. Tanganyika was het voormalige Duitse grondgebied – na de Eerste Wereldoorlog onder Brits bestuur – dat het gehele vasteland besloeg. Het specerijeneiland Zanzibar was een Engelse kolonie. Behalve dat het woord ‘Tanzania’ de eenheid van Tanganyika en Zanzibar benadrukt, laat het ook de echo uit een ver verleden weerklinken: Azania. Azania was de benaming waarmee aan het begin van de jaartelling Grieken en Romeinen Oost-Afrika aanduidden. De anti-Apartheidsvoorvechter Steve Biko had Azania bijvoorbeeld in gedachten als naam voor het nieuwe Zuid-Afrika: een verwijzing naar het vrije, welvarende en gelukkige Afrika van láng voor het kolonialisme.

Voor Tanganyika begon het einde van het koloniale tijdperk in 1954 met de oprichting van de eerste politieke partij, die het land op 9 december 1961 naar de onafhankelijkheid zou leiden. De grote drijfveer achter de onafhankelijkheid was Julius Nyerere, de eerste leider van het huidige Tanzania. Nyerere was een charismatische man die altijd groot aanzien heeft behouden. Er is nooit getwijfeld aan zijn integriteit, ook niet na zijn aftreden als president in 1985. Zijn aanspreektitel ‘mwalimu’ betekent in het Swahili: leermeester.

De vier voornaamste pijlers van Nyereres politiek waren de spreiding van kennis, macht en inkomen, het familiesocialisme (‘ujamaa’), politieke rust en het vertrouwen op eigen kracht. Buitenlandse, waaronder ook Nederlandse regeringen waren onder de indruk van het typisch Tanzaniaanse socialistisch systeem van zelfredzaamheid. Grote bedragen ontwikkelingsgeld vloeiden daarom naar Tanzania.

Het politiek bewustzijn begon met de oprichting van coöperaties van de plattelandsbevolking en later ook van vakbewegingen van havenarbeiders. De programmapunten van de in 1954 opgerichte politieke partij, de Tanganyika African National Union (TANU), waren nationale zelfbeschikking, vrijheid, vorming van vakbonden en coöperaties en uitroeien van racisme en tribalisme. TANU oefende invloed uit op diverse geledingen in de samenleving. Er werden vrouwen-, jongeren- en ouderensecties van de partij opgericht.

In 1961 werd Julius Nyerere president met TANU als regerende partij. Op 26 april 1964 voegden Tanganyika en Zanzibar zich samen tot de Unie van Tanzania. Nyerere riep Tanzania uit tot een éénpartijstaat. Volgens Nyerere kon alleen deze regeringsvorm rust brengen in een land met een koloniaal verleden. Nyerere was een idealist en zijn gedachtegoed werd gevormd door de koloniale erfenis. Nyerere studeerde aan de universiteit van Edinburgh, Schotland. Hij verzette zich tegen het individualisme en egocentrisme van de Europeanen. Tegelijkertijd romantiseerde hij de traditionele Afrikaanse maatschappij, waarin geen uitbuiting bestond en mensen geacht werden voor elkaar te zorgen.

TANU creëerde een nationaal draagvlak door zelfs tot in de kleinste dorpen partijafdelingen op te richten. Deze afdelingen werden gevormd door tien huishoudens met een TANU-lid als leider. Op die manier konden klachten en problemen van de bevolking gemeld worden bij de partij en bij de regering. In 1977 gingen TANU en de Zanzibari-partij Afro Shirazi samen verder onder de naam Chama Cha Mapinduzi (CCM) dat “Partij van de Revolutie” betekent.

Pas in 1985 trad Nyerere af als president en nam Ali Hassan Mwinyi de leiding over. Myinyi werd in 1995 opgevolgd door Benjamin Mkapa. CCM was tot voor kort nog immer de regerende partij en Mkapa won de controversiële verkiezingen van november 2000. Aangezien de oppositiepartijen weinig ervaring en een veel kleiner bereik hadden dan de CCM, is de verwachting dat CCM ook de nieuwe regeerperiode als machthebbende partij in zou gaan, dus vooralsnog uitgekomen. De recente verkiezingen in 2005 zijn met een grote meerderheid van de stemmen gewonnen door CCM’s Jakaya Kikwete, de opvolger van Benjamin Mkapa.

Culturen
De bevolkingsgroep in Tanzania velen sterk fascineert, is de Maasai. De manier waarop Maasai gekleed in hun rode doeken en met de speer in de hand schrijden over de droge Maasai-vlakte, is betoverend. Zo leefden ze eeuwen geleden en zo leven ze nog steeds. Tijdens mijn bezoek aan Longido, een Maasai-dorp in het noorden van Tanzania, heb ik dan ook geprobeerd zoveel mogelijk te weten te komen over de levenswijze van deze bevolkingsgroep. Aangezien ik op pad was met de gids Elisha van het cultureel toerisme-programma in Longido, die vloeiend Engels sprak, kon ik alle vragen stellen die ik maar wilde. Dit leverde mij een beter inzicht in de cultuur en een bijzonder ervaring op. Onderstaande informatie is voornamelijk gebaseerd op deze memorabele ontmoeting.

De Maasai zijn veehoeders die vanuit het stroomgebied van de Nijl naar het zuiden trokken op zoek naar graasland. Ruwweg vierhonderd jaar geleden kwamen zij naar Oost-Afrika (Tanzania en Kenia). Tot de Masaai behoren alle mensen die ‘Maa’ spreken en er bestaan veel verschillende stammen. Onderling kennen deze stammen naast verschillen ook een groot aantal overeenkomsten.

Traditioneel, en dat is tegenwoordig nog steeds het geval, leeft de Maasai in een boma. Met ‘boma’ wordt het gehele terrein bedoeld waarop een aantal van modder en mest gemaakte hutten staan, omheind door een schutting van takken. Het vee heeft een eigen plek, meestal in het midden van de kraal. Het is de taak van de vrouw om haar eigen hut te bouwen, waarbij ze geholpen wordt door de andere vrouwen binnen de familie. De man bouwt de omheining. In een boma woont dus één familie.
Een hut die ik bezocht was als volgt gebouwd. De ingang wordt gevormd door een kleine tunnel van ongeveer een meter hoog. Deze tunnel zorgt ervoor dat de regen niet in het hoofdvertrek komt. Vervolgens is er een kleine ruimte voor het jonge vee om dat te beschermen in de nacht. Daarna komt het hoofdcompartiment met daaromheen de slaapvertrekken. De totale oppervlakte van de hut is niet meer dan 20 m2. In het midden is het vuur waarop gekookt wordt. De rook gaat via een klein gat in het dak naar buiten. De ramen zijn eveneens klein. Ze zorgen net voor genoeg licht en laten de regen buiten. De constructie zorgt er ook voor dat het overdag koel blijft en ’s avonds de warmte vastgehouden wordt.

Man en vrouw slapen op aparte bedden. Kinderen tot drie jaar slapen bij moeder in bed. Als ze ouder worden krijgen ze een eigen hut op hetzelfde terrein. De Maasai-cultuur kent polygamie. Volgens de mannen is dat zo gek nog niet, want tijdens de zwangerschap en een aantal jaren na de geboorte mag er niet met de vrouw geslapen worden. Volgens de Maasai is het namelijk niet goed seks te hebben tijdens de zwangerschap, aangezien dit schade zou kunnen aanrichten aan het kind. Na de geboorte heeft sexueel contact een vermeend negatieve invloed op de moedermelkproduktie.

Hoe meer vrouwen een man heeft, hoe hoger de status. Om een vrouw te kunnen trouwen moet de man namelijk tussen de 25 en 50 koeien betalen aan de familie van de vrouw. Iemand die dus veel vrouwen heeft, is een rijk man. Daarnaast is het ook erg belangrijk om veel kinderen te hebben. Want zoals de Maasai zeggen: “Een Maasai zonder vee of kinderen is er beter aan toe als hij dood is.”

Hoe gaan man en vrouw nu met elkaar om in het openbaar? Mijn gids Elisha weet mij het antwoord aan de hand van het volgende voorbeeld te illustereren. “Als man en vrouw elkaar tegenkomen op de markt zullen ze niet laten merken dat er een relatie bestaat. De man zal zelfs een afstandelijke en arrogante houding ten opzichte van zijn vrouw aannemen. Maar als ze dan ’s avonds samen in de boma zijn, dan fluistert hij lieve woordjes in haar oor.”

Een belangrijke levensfase van een Maasai-jongen is het worden van moran (‘krijger’). Van vroeger uit waren het de elmoran (meervoud) die de boma moesten beschermen tegen vee roof. Zij leefden dan ook in een aparte gemeenschap buiten de boma en hielden met pijl en boog de wacht. Tegenwoordig is deze beschermende rol veel kleiner en leven de jongens vaak bij hun eigen familie. Echter, de traditie rondom het moran-schap staat nog zeer hoog in het vaandel. Ergens in de leeftijd van vijftien tot twintig jaar worden alle jongens ingewijd. Dit gebeurt één keer in de vijf jaar op hetzelfde moment bij alle Maasai stammen in Kenia en Tanzania. Vanaf dat moment behoren de jongens tot één jaargroep, waaraan ze de rest van hun leven verbonden zijn. Dit betekent dat als een lid van de jaargroep steelt, de hele groep daarvoor aansprakelijk gesteld wordt. Er is dus een grote sociale controle onderling. Naar men zegt geldt dit verantwoordelijkheidsaspect voor alle leden van de jaargroep, ongeacht de regionale grenzen. Tijdens het leerproces tot moran worden de jonge jongens op pad gestuurd om van de senior-elmoran te leren over het leven. De elmoran-jongens zijn te herkennen aan hun gevlochten, rood gekleurd haar.

Als de moran al zijn proeven heeft doorstaan, volgt de ceremonie van de besnijdenis. Hierbij is de laatste proef om geen kik te geven bij deze pijnlijke operatie. Ook de meisjes worden besneden. Na de besnijdenis hebben ze de status van vrouw en zijn ze klaar om te huwen. Besnijdenis geeft aanzien; het is iets waar je trots op bent. Een meisje dat om een of andere reden niet besneden is, valt dan ook al snel buiten de groep. Het is voor iedereen ook duidelijk te zien of een vrouw besneden is of niet, aangezien ze vanaf het moment van besnijdenis gekleed gaat in een zwarte rok met daarover een blauwe doek.

De discussie omtrent dit onderwerp is echter zeer moeilijk te voeren. Op de vraag waarom vrouwen besneden worden, is het antwoord simpelweg dat het “in de traditie altijd zo is geweest”. Op het Nederlandse standpunt dat vrouwenbesnijdenis mensonterend zou zijn, wordt lacherig gereageerd.

Toerisme
Tanzania herbergt het oudste nationaal park van Afrika, Serengeti Nationaal Park. Een prachtige uitgestrekte vlakte (‘seringit’ betekent: eindeloze vlakte) waar een grote verscheidenheid aan wild leeft. Eraan grenzend ligt het Ngorongoro natuurreservaat: een immense krater met een doorsnee van ruim twintig kilometer, waar je het idee krijgt beland te zijn op de Ark van Noach. De krater staat op de UNESCO werelderfgoedlijst en wordt niet voor niks het achtste wereldwonder genoemd. In dit natuurreservaat leeft ook nog een gedeelte van de oorspronkelijke Maasai-bewoners. In de krater zelf mag de Maasai niet wonen, maar wel in het omliggende gebied wat behoorlijk groot is. Ze hebben wel toegang tot de krater om er hun vee te laten drinken. De Maasai heeft bedongen dat de Tanzaniaanse regering Ngorongoro niet tot nationaal park heeft uitgeroepen, maar tot ‘conservation area’. Daarmee bereikten de Maasai dat zij in Ngorongoro konden blijven wonen, hetgeen tevens als compensatie gold voor het verlies van de Serengeti. Toen Serengeti namelijk een nationaal park werd, moesten de Maasai die hier leefden op zoek naar een andere woonplaats. Bescherming van de natuur en het wild kon namelijk niet samengaan met menselijke activiteiten, vonden de natuurbeschermers in die tijd. Frappant natuurlijk, want de Maasai had al eeuwenlang samen geleefd met het wild.

In Serengeti zijn de Maasai geheel verjaagd, maar in Ngorongoro is dit dus maar ten dele gelukt. Het eeuwige dilemma: een wildpark voor het wild, voor de toeristen of als leefgebied van de oorspronkelijke bewoners? Of allemaal? Andere wildparken die het bezoeken zeker waard zijn, zijn Lake Manyara, Tarangire, Selous, Mikumi, Ruaha en niet te vergeten Arusha National Park en Kilimanjaro National Park. In het Mkomazi Game Reserve is een speciaal programma om de zwarte neushoorns te beschermen. Dit project wordt vanuit Nederland door Suzuki gesteund.

Niet alleen de wildparken zijn het bezoeken meer dan waard, ook het bezoeken van lokale projecten is meer dan de moeite waard. Maar als toerist is het vaak moeilijk om de mensen ook echt te leren kennen. In Tanzania hebben diverse dorpen een Cultural Tourism Programme (CTP) opgezet, dat de bezoeker de mogelijkheid geeft om een kijkje te nemen in het leven van de bevolking. Zo organiseren de Pare-bewoners een wandeling door de Pare-bergen, waarbij ze je vertellen over de legendes en de medicinale werking van de planten. En laten de gidsen van Mto wa Mbu je zien hoe je lokaal bananenbier maakt. De programma’s zijn opgezet door de bewoners zelf en krijgen daardoor rechtstreeks inkomsten uit het bezoek van toeristen. De prijzen zijn door de gemeenschap zelf bepaald en zijn niet onderhandelbaar. Er zit een zogenaamde development fee inbegrepen: een bedrag per bezoeker dat bedoeld is voor de financiering van een project dat ten goede komt aan het gehele dorp. Zo is bijvoorbeeld in het Maasai-dorp Longido een cattle dip gebouwd. Niet alleen individuele toeristen kunnen deze projecten bezoeken, ook reisorganisaties als Sawadee Reizen bezoeken projecten van het CTP.

De projecten van de CTP, een gezamenlijk initiatief van de Tanzania Tourist Board en de Nederlandse SNV, zijn verspreid over heel Tanzania. Verwacht geen luxe accommodatie in de dorpen en sta open voor de Tanzaniaanse cultuur. Neem de tijd om de mensen echt te leren kennen en bedenk dat het gaat om tweerichtingsverkeer. Ook zij zijn benieuwd wie hun gast is. In totaal ontvingen de zestien CTP projecten in 2000 samen ruim 5500 bezoekers, waarbij West-Usambara, Mto wa Mbu en Longido de populairste waren. Naar schatting leverden deze programma’s dat jaar samen ruim 150.000 Nederlandse gulden directe inkomsten op voor de dorpsgemeenschappen. Uitgaven van toeristen voor onderdak, eten en inkopen nog buiten beschouwing gelaten.

Als afsluiting van een bezoek aan Tanzania is Zanzibar zeker de moeite waard. Het tropisch eiland met zijn witte stranden is een paradijs om te snorkelen of duiken. Maar ook degene die cultuur zoekt, komt hier aan zijn trekken. De Arabische invloed die op dit eiland aanwezig is, maakt het tot een totaal andere beleving dan het vasteland. De historische stad Stone Town, de mensen, de religie (Islam) laten je een andere kant van Tanzania zien

Ujamaa
Een van de opvallendste aspecten van de Tanzaniaanse politiek was de ‘ujamaa’. Ujamaa betekent ‘familiezin’ en werd door Nyerere geïntroduceerd. Kort gezegd komt het neer op een socialistisch systeem met het collectieve dorp als uitgangspunt.

Maar wat hield de ujamaa-politiek precies in? Nyerere wilde het land na de koloniale tijd opnieuw opbouwen, waarbij onafhankelijkheid en saamhorigheid voorop stonden. Om dit tot een succes te maken was hij ervan overtuigd dat het land heringedeeld moest worden. Daarom richtte hij de ujamaa-dorpen op: nieuwe dorpen op een nieuwe plek. De bevolking diende dus te verhuizen. Binnen deze nieuwe dorpen kon men de onderlinge zorg, familiebezit en samenwerkingsverbanden terugvinden.

Verder hadden deze dorpen het grote voordeel dat sociale voorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg, landbouwvoorlichting en stromend water centraal geregeld werden. Helaas kwamen de economische voorspoed en welvaart die Nyerere voor ogen had, niet vanzelf. Dit had zowel interne als externe oorzaken. De belangrijkste externe factoren waren de verslechtering van de handelspositie, stijgende olieprijzen, ruilvoetverslechtering en het uiteenvallen van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (samenwerkingsverband tussen Tanzania, Kenia en Oeganda) in 1977, als ook de oorlog met Oeganda (1978).

Interne oorzaken waren verkeerde lokaties van de ujamaa-dorpen, uitgeputte bodem, het achterwege blijven van zaaigoed en kunstmest en het ontbreken van de beloofde sociale voorzieningen. Daarbij kwam ook dat de traditionele samenlevingsvormen zich niet zomaar lieten overplaatsen naar een nieuw dorp. Midden jaren tachtig is het socialistisch systeem dan ook (mede onder druk van het IMF) afgeschaft, waardoor de economie weer nieuwe kansen kreeg.

Toch was de theorie van de ujamaa-politiek een hoopvol uitgangspunt en heeft ujamaa gezorgd voor nationale eenheid. Tanzania heeft niet te kampen met onderlinge stammen fricties zoals in Kenia wel het geval is. Als je tegenwoordig aan bepaalde families hun mening vraagt over ujamaa, dan is het antwoord vaak dat ujamaa overal is. Het betekent immers familiezin – en die is voor de gemiddelde Tanzaniaan erg belangrijk. Broers, zussen, neven en (schoon)ouders leven samen onder één dak. Onderling bestaan er duidelijke rollen, die bepaalde verplichtingen meebrengen. Op deze manier zorgt men voor elkaar. Het is hierbij wel zo dat men niet zomaar met elk familielid in zee gaat. Immers, je moet elkaar kunnen vertrouwen. “Met de ene broer werk je beter samen dan met de ander.”

Do’s and dont’s
Wat wel en niet te doen in Tanzania? Het belangrijkste is respect tonen voor de lokale cultuur, voorzichtig zijn met het nemen van foto’s en goed voorbereid op pad gaan. Specifiek voor Tanzania wil ik de volgende punten benadrukken.
• Wees extra voorzichtig met het nemen van foto’s bij de Maasai. Doe dit nooit zonder vooraf    toestemming te vragen. Bedenk daarbij dat wanneer de Maasai zelf vraagt om een foto van hem of haar te nemen, er verwacht wordt dat je hiervoor betaalt.
• Kleed je op Zanzibar met respect voor de Islamitische cultuur; dit betekent geen blote schouders en een broek/rok tot over de knieën.
• Als je echt geïnteresseerd bent in de cultuur, bezoek dan zeker één of meerdere CTP projecten. Neem wel de tijd voor zo’n bezoek, want alleen dan kan er band ontstaan met de inwoners.

Tanzania als bestemming
Tanzania is geen goedkoop land voor de toerist. Entreegelden van de parken lopen al gauw op tot 30 US dollar per persoon per dag. Sinds dit jaar is dat zelfs voor sommige parken 50 dollar per dag. Het huren van een four wheel drive kost minimaal 150 US dollar per dag en een lokale gids vraagt zeker 20 US dollar per dag. Voor het op eigen gelegenheid bezoeken van een wildpark is een four wheel drive noodzakelijk. Georganiseerde tours kunnen het beste geregeld worden in Arusha, waar een groot aantal touroperators safari’s aanbiedt. De CTP projecten kunnen bezocht worden met openbaar vervoer, mits je de tijd neemt. Het openbaar vervoer rijdt zeer frequent, maar men wacht wel met vertrekken tot de bus helemaal vol zit. Verwacht hierbij geen luxe.

Tanzania is in principe een geschikt land voor een eerste kennismaking met Afrika. Belangrijk is wel dat je voorbereid bent op de Afrikaanse cultuur. De mensen zijn vriendelijk, gastvrij en hebben een zeer goed gevoel voor humor. Wanneer je je open stelt, een glimlach op je gezicht hebt en grappen maakt, dan gaan er deuren open. De situatie in het land is doorgaans relatief veilig, waarbij je natuurlijk altijd extra goed moet opletten in de steden, op busstations en bij toeristische plaatsen. ´s avonds als het donker is kun je beter niet onbegeleid de straat op gaan. Neem dan de taxi of laat je begeleiden door een lokale gids.

Laatste impressie
Enkele jaren terug opende spreker Rob van Mierlo een REISbeWIJS-presentatie over Tanzania met het statement: “De Tanzanianen hebben een goed gevoel voor eigenwaarde.” Iedereen die het land bezocht heeft, mag begrijpen wat Van Mierlo bedoelt.

Op 28 september 1999 publiceerde de Tanzaniaanse correspondent van de Panafrican News Agency (PANA), Nicodemus Odhiambo, een artikel over het groeiende toerisme in Tanzania. “Toerisme heeft een desastreus effect op onze lokale gemeenschappen”, schrijft Odhiambo. “De regering ontkent de rechten van de eigen bevolking en bevoordeelt de natuurbeschermers en de grijpgrage Westerse zakenlui.” En: “De toerisme-industrie doet een enorme aanslag op natuur en milieu, aangezien de afvalstoffen van nieuwe hotels en toeristenoorden onze omgeving vervuilen.”

Odhiambo’s toonzetting is een voorproef van wat de bezoeker kan verwachten. De Tanzanianen zijn open, vriendelijk en hebben een warm hart. En: een goed gevoel van eigenwaarde. Wie daadwerkelijk in gesprek gaat met de bevolking, wordt geacht met dezelfde mate van openheid voor de dag te kunnen komen.

Update: aanval op toeristen

Interessante links:

Tanzania Tourist Board

Algemene toeristische info over Tanzania

Onderzoeksstudie Ohio State University

Community-based wildlife management in Tanzania: are the communities interested?

True Africa

Reisorganisatie uit Tanzania die je buiten de gebaande banen brengt

Explore Tanzania
Het echte Tanzania ervaren

Wild things safaris
Bezoek aan lokale gemeenschappen

Kigongoni lodge
Ecolodge nabij Tanzania

Back To Top